stijfkop
Dutch
Etymology
Compound of stijf (“stiff”) + kop (“head”).
Pronunciation
- IPA(key): /ˈstɛi̯f.kɔp/
Audio: (file)
Noun
stijfkop m (plural stijfkoppen, diminutive stijfkopje n)
Compound of stijf (“stiff”) + kop (“head”).
| Audio: | (file) |
stijfkop m (plural stijfkoppen, diminutive stijfkopje n)