technisch

Dutch

Etymology

From German technisch.

Pronunciation

  • IPA(key): [ˈtɛxnis]
  • Audio:(file)

Adjective

technisch (comparative technischer, superlative meest technisch or technischt)

  1. technical

Usage notes

  • Very commonly appended as the final part of a compound to yield an adjective meaning "pertaining to the technicalities/complexities of" the word to which it is appended; e.g. bouwtechnisch (pertaining to the technicalities of construction) (from bouw (construction)).

Declension

Declension of technisch
uninflected technisch
inflected technische
comparative technischer
positive comparative superlative
predicative/adverbial technisch technischer het technischt
het technischte
indefinite m./f. sing. technische technischere technischte
n. sing. technisch technischer technischte
plural technische technischere technischte
definite technische technischere technischte
partitive technisch technischers

Derived terms

  • agendatechnisch
  • bestuurtechnisch
  • bouwtechnisch
  • productietechnisch
  • vaktechnisch
  • verkeerstechnisch

Descendants

  • Indonesian: teknis

German

Pronunciation

Adjective

technisch (strong nominative masculine singular technischer, not comparable)

  1. technical
    Er arbeitet im technischen Bereich.He works in the technical field.
  2. technological
  3. (relational) engineering

Declension

Further reading

  • technisch” in Duden online
  • technisch” in Digitales Wörterbuch der deutschen Sprache