musealiseren

Dutch

Etymology

By surface analysis, museaal +‎ -iseren.

Pronunciation

  • IPA(key): /my.zeː.aː.liˈzeː.rə(n)/
  • Hyphenation: mu‧se‧a‧li‧se‧ren
  • Rhymes: -eːrən

Verb

musealiseren

  1. (transitive) to turn into a museum artifact (usually with the connotation that the object has become stale and boring); to museumize, musealize
    • 1995 November 3, “Het geklots van voeten in natte laarzen”, in De Volkskrant[1], 's-Hertogenbosch:
      De bleke schaduw van die dwerg, de onophoudelijke flux van Fluxus, heeft geen aha-effect meer. Fluxus is gemusealiseerd, of beter: gedomesticeerd.
      The pale shadow of that dwarf, the ceaseless flux of Fluxus, no longer has an aha effect. Fluxus has been musealized, or rather: domesticated.
    • 2012 March 1, “De vrijstaat”, in De Groene Amsterdammer[2], archived from the original on 03-12-2024:
      Wat overblijft is een zekere mythologie, een esthetiek, en ook een complex van kunstenaars en kunstwerken, al of niet gemusealiseerd []
      What remains is a certain mythology, an aesthetic, and also a complex of artists and works of art, musealized or not []
  2. (transitive) to turn into a museum
    • 1991 October 15, “Verzet tegen betalen van belasting voor museumgebouwen”, in Algemeen Dagblad[3], Rotterdam:
      De boerderijen, schuren en molens die hier staan zijn ooit als onroerend goed opgericht, maar die functie is ze ontnomen. De gebouwen zijn gemusealiseerd en we mogen ze niet verkopen of verhandelen: De economische waarde is nul.
      The farms, barns, and mills here were once built as real estate, but that function has been taken from them. The buildings have been turned into museums, and we are not allowed to sell or trade them: their economic value is zero.

Conjugation

Conjugation of musealiseren (weak)
infinitive musealiseren
past singular musealiseerde
past participle gemusealiseerd
infinitive musealiseren
gerund musealiseren n
present tense past tense
1st person singular musealiseer musealiseerde
2nd person sing. (jij) musealiseert, musealiseer2 musealiseerde
2nd person sing. (u) musealiseert musealiseerde
2nd person sing. (gij) musealiseert musealiseerde
3rd person singular musealiseert musealiseerde
plural musealiseren musealiseerden
subjunctive sing.1 musealisere musealiseerde
subjunctive plur.1 musealiseren musealiseerden
imperative sing. musealiseer
imperative plur.1 musealiseert
participles musealiserend gemusealiseerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms